De Romeinen
Rome is gebouwd op zeven heuvels aan de rivier de Tiber in het gebied Latium. Rome begon als een koninkrijk, maar veranderde in een republiek. Binnen enkele eeuwen bezat Rome een groot gebied rond de middellandse Zee. Door veroveringen kregen generaals meer macht. Toen Julius Caesar in een dictator veranderde, werd hij vermoord. Na Julius Caesar volgden er keizers, zoals Octavianus Augustus. Rome was nu een keizerrijk.
Het Romeinse rijk was een landbouwstedelijke samenleving. De stad was het middelpunt van de handel. Tussen de mensen waren grote economische verschillen. Er waren arme boeren maar ook rijke machtige mensen. Arme boeren trokken naar de stad. Een groot deel van de bevolking was slaaf in die tijd.
Het Romeinse rijk was een multiculturele sameleving en er waren culturele overeenkomsten. Er was een streng rechtssysteem. Burgers met het Romeins burgerrecht hadden meer rechten dan normale mensen. De Romeinen namen dingen over van de Griekse cultuur, Daardoor ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
In die tijd leefden de meeste Joden in de provincie Judea. Zij hadden een monotheïstische godsdienst (godsdienst met één god), het jodendom. Ze kwamen in opstand tegen de Romeinen, maar de Romeinen wonnen. De Joden moesten zicht hierdoor in 70 v.Chr. verspreiden over het hele Romeinse Rijk. In Judea was rond 30 v.Chr. het christendom ontstaan. Na dat Jezus Christus was overleden, werd het christendom steeds bekender en populairder. Een lange tijd werd het christendom verboden, daarna werd het een staatsgodsdienst. De paus van Rome werd vanaf toen de baas van de kerk.
Het Romeinse rijk was een landbouwstedelijke samenleving. De stad was het middelpunt van de handel. Tussen de mensen waren grote economische verschillen. Er waren arme boeren maar ook rijke machtige mensen. Arme boeren trokken naar de stad. Een groot deel van de bevolking was slaaf in die tijd.
Het Romeinse rijk was een multiculturele sameleving en er waren culturele overeenkomsten. Er was een streng rechtssysteem. Burgers met het Romeins burgerrecht hadden meer rechten dan normale mensen. De Romeinen namen dingen over van de Griekse cultuur, Daardoor ontstond de Grieks-Romeinse cultuur.
In die tijd leefden de meeste Joden in de provincie Judea. Zij hadden een monotheïstische godsdienst (godsdienst met één god), het jodendom. Ze kwamen in opstand tegen de Romeinen, maar de Romeinen wonnen. De Joden moesten zicht hierdoor in 70 v.Chr. verspreiden over het hele Romeinse Rijk. In Judea was rond 30 v.Chr. het christendom ontstaan. Na dat Jezus Christus was overleden, werd het christendom steeds bekender en populairder. Een lange tijd werd het christendom verboden, daarna werd het een staatsgodsdienst. De paus van Rome werd vanaf toen de baas van de kerk.